Standpunt IVBN Wet Nijboer

Op 3 april spreekt de Commissie Binnenlandse zaken met elkaar over de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten (hierna: Wet Nijboer). Hiervoor geeft IVBN een aantal aandachtspunten en verbeterpunten mee. 

Voor institutionele beleggers waarvoor IVBN-leden vastgoedportefeuilles beheren is een goed stabiel investeringsklimaat belangrijk zodat voor de langere termijn redelijke rendementen behaald kunnen worden.

Een belangrijk onderdeel daarvan is de jaarlijkse huurverhoging om de inflatie van onderhoudskosten te kunnen compenseren en daarmee het investeren in woningen aantrekkelijk te houden. Ook draagt het positief bij aan de grote verduurzamingsopgave van de komende jaren. IVBN-leden zoeken daarin een goede balans tussen betaalbaarheid voor huurders en betaalbaarheid voor verhuurders.

Woningen moeten gebouwd en duurzaam geëxploiteerd kunnen worden. Daar zijn zowel de woningzoekende als de huurder ook bij gebaat.

Concluderend

IVBN roept de politiek op tot:

  1. De huurverhogingsmethodiek vast te stellen op één methodiek, namelijk bij voorkeur CPI +1%.
     
    • De + 1% opslag is een faire verhouding tussen de belangen van huurders en verhuurders zoals hiervoor betoogd; het zorgt voor het betaalbaar houden van de huur voor huurders en houdt het bouwen en exploiteren van woningen door verhuurders rendabel. Ook draagt het positief bij aan de grote verduurzamingsopgave van de komende jaren. 
       
    • Voor een stabiel investeringsklimaat is het belangrijk dat voor één systematiek wordt gekozen. IVBN-woningbeleggers hebben contracten waarin de huurverhoging gebaseerd is op CPI +1%. Wanneer de loonontwikkeling (significant) lager is dan inflatie in de periode tot 2027 zoals in 2022 het geval was, dan kan de inflatie niet meer worden gecorrigeerd met CAO-loonontwikkeling +1% als basis. De voorkeur van IVBN gaat daarom uit naar CPI+1%. Indien de politiek kiest voor CAO-loonontwikkeling +1% (wat IVBN begrijpt vanuit betaalbaarheid), dan roept IVBN de politiek op samen tot een oplossing te komen;in de jaren dat de CAO-loonontwikkeling lager uitvalt dan inflatie.
       
  2. In de Wet Nijboer te bepalen dat de oude tekst van artikel 7:274 lid 1 onder d BW van vóór 1 mei 2021 herleeft, waarin is bepaald dat een kantonrechter een huurovereenkomst kan beëindigen bij een weigering door de huurder om een redelijk aanbod tot huurverhoging te accepteren.  
     
  3. De substantiële verkorting van de algemene verjaringstermijn van vijf jaar naar één jaar niet nu te behandelen, maar te bepleiten dat daarvoor een apart wetsvoorstel moet worden gemaakt dat eerst nog wordt voorgelegd ter consultatie.

Lees de volledige brief met toelichting op de aandachtspunten en verbeterpunten:

Standpunt IVBN Wet Nijboer 3 april

Standpunt IVBN Wet Nijboer Eerste Kamer 15 april







Terug