Nederland kent een fijnmazige detailhandelsstructuur, die goed aansluit bij de ruimtelijke inrichting van Nederland. De praktijk van de laatste jaren laat echter steeds vaker zien dat substantiële detailhandelsplannen worden ontwikkeld om bepaalde problemen op te lossen, die ter plaatse of in naburige gemeenten de bestaande detailhandelsstructuur ernstig verstoren. IVBN verwijst hierbij naar het toestaan van vestiging van (grootschalige) detailhandel bij stadions. Ook in het geval van (leegstands)problemen op reeds achterhaalde meubelboulevards wordt ingezet op het toestaan van meer detailhandel waardoor weer ergens anders problemen ontstaan in de verzorgingsstructuur. Zie ook het toestaan van grootschalige perifere supermarkten, die in eigen gemeente een toevoeging kunnen zijn, maar grote effecten kunnen hebben op de detailhandelsstructuur in winkelcentra van naburige gemeenten. De lust voor de een, de last voor de ander.
IVBN is daarom tevreden dat minister Dekker de Nota Ruimte zo zal aanpassen dat in streek- en regionale structuurplannen een “passende afweging voor detailhandel expliciet gemaakt moet worden”. Hoe die afweging gemaakt wordt, laat de minister aan de provincie of regio over. IVBN stelt voor dat er in iedere provincie en/of regio een adviescommissie detailhandel wordt ingesteld, die adviseert over substantiële detailhandelsontwikkelingen. Dit voorstel sluit goed aan bij de ideeën die er in verschillende regio’s al leven. Zo stelt bijvoorbeeld de provincie Zuid-Holland een advies van het Regionaal Economische Overleg (REO) verplicht bij detailhandelsvestigingen groter dan 1000m2. IVBN vindt dat in dergelijke adviescommissies, naast overheden en consumentenorganisaties, organisaties van winkelbedrijven, maar ook projectontwikkelaars én vastgoedbeleggers vertegenwoordigd moeten zijn.