Met de presentatie van de Nota Ruimte heeft het kabinet volgens IVBN eindelijk weer keuzes gemaakt voor bepaalde gebieden en thema's. Aan deze keuzes heeft het de afgelopen jaren juist ontbroken waardoor in veel gevallen meer aandacht werd besteed aan de kwantiteit dan aan de kwaliteit van ontwikkelingen. Gemeenten en provincies komen nu, ook genoopt door financiële omstandigheden, langzaam terug van de grote hoeveelheid aan nieuwe plannen. Het is dan ook vooral zaak om op basis van deze op hoofdlijnen strategische nota, waar de nadruk ligt op decentralisering waar dat mogelijk is, ervoor te zorgen dat de lagere overheden voldoende geëquipeerd zijn om een goed ruimtelijk beleid te kunnen voeren. Een goed ruimtelijk beleid dat volgens IVBN primair gericht moet zijn op versterking van het investerings- en vestigingsklimaat in Nederland. Dit biedt ook institutionele beleggers meer zekerheid op de lange termijn en zo kunnen dergelijke marktpartijen - zoals door het rijk wordt gewenst - blijvend worden betrokken bij ruimtelijke ontwikkelingen op het gebied van wonen, werken en voorzieningen in en om de bestaande steden. Ook bij het beheer van deze ruimte in de zin van de door het kabinet gewenste borging van tenminste de ruimtelijke basiskwaliteiten vervullen institutionele beleggers een belangrijke rol.
De investeringen van institutionele beleggers in woningen, kantoren en winkels bedragen momenteel reeds meer dan € 45 miljard. De komende jaren voorziet IVBN voldoende belangstelling voor nieuwe investeringen, ook omdat vastgoed voor veel institutionele beleggers een aantrekkelijke beleggingscategorie blijft. Een juiste sturingsfilosofie, gericht op het investeren in én aansluiten bij bestaande structuren, alsmede een aantrekkelijk investeringsklimaat voor institutionele beleggers, is hierbij cruciaal. Volgens IVBN biedt de Nota Ruimte hiertoe een eerste aanzet.