Den Haag, 9 juni 2020

IVBN teleurgesteld over onnodige huurbevriezing van gereguleerde huurwoningen

De Eerste Kamer heeft een motie aangenomen die minister Ollongren opdraagt te komen tot een huurbevriezing per 1 juli 2020. De linkse oppositie in de Eerste Kamer, gesteund door de rechtse oppositie, kwam daartoe vanwege dreigende betalingsproblemen voor huurders als gevolg van de corona-crisis. Hoewel de motie oproept om de huur te bevriezen van zowel gereguleerde als vrije sector huurwoningen, is er geen wet- of regelgeving waarmee de minister een huurbevriezing in de vrije sector kan afdwingen.

Huurbevriezing zet een rem om nieuwbouw- en verduurzamingsinvesteringen, waardoor de oppositie de woningnood in Nederland verergert. Voor pensioenfondsen en levensverzekeraars is deze puur politieke huurbevriezing een nachtmerrie, omdat de inflatievergoeding voor hen essentieel is om te blijven investeren in huurwoningen. IVBN-leden zullen mede daarom de beperkte huurverhoging in de vrije sector huur doorzetten en (ondanks de huurbevriezing in hun gereguleerde voorraad) waar dat nodig is maatwerk blijven leveren aan door de corona-crisis getroffen huurders. Getroffen huurders kunnen immers niet de dupe worden van ondoordachte politieke acties vanwege naderende verkiezingen.

IVBN is teleurgesteld over de ongebruikelijk politieke actie van de oppositie in de Eerste Kamer, waar het Kabinet inderdaad geen meerderheid heeft. IVBN betreurt het onjuiste beeld dat de oppositie heeft gecreëerd dat huurders massaal door de jaarlijkse reguliere huurverhoging in de problemen zouden komen. De oppositie heeft bewust geen rekening willen houden met het feit dat woningcorporaties, institutionele én heel veel particuliere verhuurders de regulier jaarlijkse huurverhoging al fors beperkt hebben en tevens maatwerk hebben aangekondigd voor die huurders die door de coronacrisis zijn getroffen.

Woningcorporaties zouden op portefeuilleniveau alleen inflatie van 2,6% doorvoeren en de leden van IVBN zullen vrijwel allemaal het advies van IVBN volgen om zowel in de gereguleerde als in de vrije sector slechts inflatie plus 1% op woningniveau door te voeren. Uit de door Aedes, IVBN en Vastgoed Belang aangeleverde cijfers blijkt dat het aantal aanvragen voor maatwerk vanwege corona vooralsnog zeer beperkt is. Alleen al de woningcorporaties derven door de huurbevriezing al € 400 miljoen aan inkomsten, die ze heel hard nodig hebben voor investeringen in zowel bestaande als nieuwe sociale huurwoningen. Op circa 40.000 gereguleerde huurwoningen met een gemiddelde huur van € 700 en een gemiste huurverhoging van 2,6% inflatie+1% reële huurverhoging betekent de huurbevriezing voor IVBN-leden op jaarbasis € 12 miljoen gederfde huurinkomsten, die niet ingezet kunnen worden voor investeringen en/of niet beschikbaar zijn om pensioen- en levensverzekeringsuitkeringen op peil te houden. Mogelijk probeert de minister deze schade enigszins nog te compenseren via de verhuurderheffing of anderszins.

IVBN-woordvoerder Van Blokland: “Door de huurbevriezing krijgen nu alle huurders van gereguleerde huurwoningen ongevraagd een klein stukje boterham, terwijl degenen die echt getroffen zijn een heel brood nodig hebben, om door de crisis te komen. De oppositie strooit nu geld uit over huurders, wat veel beter ingezet had kunnen worden voor het bouwen van meer woningen!”

 


Noot voor de redactie: Contactpersoon F.J.W. (Frank) van Blokland, directeur IVBN 070-3000371 of  06 54 25 24 15 

Doel van IVBN is het bevorderen van een evenwichtig investeringsklimaat voor vastgoed en een goede marktwerking. IVBN behartigt de gemeenschappelijke belangen van (al of niet beursgenoteerde) vastgoedfondsen en vastgoed-vermogensbeheerders. De leden exploiteren omvangrijke portefeuilles vastgoed, overwegend in opdracht van institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen en/of banken, zodat zij aan hun maatschappelijke verplichtingen kunnen voldoen richting gepensioneerden. De leden werken dus ‘met andermans geld’ en moeten dat transparant, verantwoord, integer, duurzaam en voor de lange termijn beleggen tegen een zo hoog mogelijk rendement en met weinig risico. De 30 leden exploiteren voor circa 60 miljard euro aan Nederlands onroerend goed en nog eens zo’n 50 miljard aan vastgoed in het buitenland. Zij beleggen in woningen (50%), winkels (30%), kantoren (15%), bedrijfsruimten, parkeergarages en overig vastgoed.





Terug