11. Voorburg, 3 november 2005

IVBN presenteert resultaten Stec-studie naar vergrijzing

Alarmerend tekort aan ouderenhuisvesting dreigt; ook gevolgen op de winkel- en kantorenmarkt

“Als het al zou lukken om 40% van de nieuwbouw aan woningen specifiek voor ouderen geschikt te maken, dan nog dreigt er een enorm tekort aan voor ouderen geschikte woningen. Er moeten op grote schaal aanpassingen worden verricht in de bestaande voorraad huur- en koopwoningen. Dat is een geweldige opgave én uitdaging voor de hele vastgoedsector.” Dat stelt voorzitter Ronald Smeets vandaag op de jubileumbijeenkomst van IVBN bij de presentatie van een onderzoek van de Stec Groep naar de gevolgen van de vergrijzing op de Nederlandse vastgoedmarkt.

Het eerste exemplaar van het rapport “Vastgoedmarkt en vergrijzing” reikt hij uit aan minister Dekker. De minister stelt in een reactie dat dit probleem al in 2003 door haar was onderkend in een brief aan de Tweede Kamer. Zij is echter blij dat de institutionele vastgoedsector de urgentie onderkent en zij schaart zich achter de oproep van IVBN aan de hele vastgoedsector om de vergrijzing als een uitdaging te zien. 

Inhoudelijke toelichting Stec-onderzoek

De groei van de bevolking van Nederland stagneert en de bevolking vergrijst. Het inwonertal zal nog toenemen van 16,4 miljoen nu naar 17,6 miljoen in 2040. Het aantal ouderen boven de 65 jaar neemt snel toe: van 2,3 miljoen nu naar 4,1 miljoen in 2040. Het aantal ouderen boven de 75 jaar zal vanaf 2020 sterk toenemen en zal, ten opzichte van de 1 miljoen nu, in 2040 zijn verdubbeld. Ruim 23% van de bevolking is in 2040 ouder dan 65 jaar, tegenover 14% nu. In de meeste Europese landen zijn de effecten van de vergrijzing al eerder merkbaar dan in Nederland. De potentiële beroepsbevolking stagneert en zal na 2025 sterk afnemen; maar het aantal werkzame personen zal naar verwachting (o.a. door verhoging van de arbeidsparticipatie) nog beperkt groeien.

Door de vergrijzing treden er een groot aantal economische veranderingen op. De oudere van nu is niet goed vergelijkbaar met de oudere van de toekomst. Zo wordt bijvoorbeeld verwacht dat de oudere van de toekomst het (gemiddeld gezien) financieel aanzienlijk beter zal hebben dan de oudere nu. Er zal mogelijk een kloof groeien tussen welvarende en minder welvarende ouderen.

In de studie zijn vervolgens door de Stec Groep de gevolgen van de vergrijzing voor de woningmarkt, de winkelmarkt en de kantorenmarkt onderzocht.

Op de woningmarkt zijn de gevolgen het meest duidelijk merkbaar. De vraag naar woningen voor ouderen neemt scherp toe. Wanneer 40% van de nieuwbouwproductie zich op ouderenwoningen richt (een volgens het ministerie van VROM realistisch percentage), dan nog is slechts minder van de helft van de behoefte aan ouderenwoningen gedekt. Aanpassing van de bestaande woningvoorraad is dus noodzakelijk. Andere conclusies uit het onderzoek zijn:

-            Er zal meer vraag komen naar speciale ouderenwoningen in de bestaande stad.

-            Er zijn regionaal grote verschillen in de vergrijzing.

-            Ouderen vertonen een lage verhuisgeneigdheid en verhuizen in het algemeen niet over grote afstanden.

-            De impact van de pensioenmigratie naar Zuid-Europa blijft beperkt.

-            Senioren hebben vaker voorkeur voor huren.

-            De meeste senioren hebben de voorkeur voor een woning van tussen de 70 en de 120 m2.

-            De markt voor zorg en andere diensten groeit sterk.

Ook op de winkelmarkt zullen de effecten van de vergrijzing aanzienlijk zijn. Ouderen worden voor de winkelomzet steeds belangrijker. Conclusies uit het onderzoek:

-            De vraag naar winkelruimte zal slechts beperkt worden beïnvloed door de vergrijzing.

-            Door de verminderde mobiliteit van ouderen krijgen stadsdeelcentra en buurtcentra weer nieuwe kansen.

-            Ouderen verlangen meer veiligheid, een betere bereikbaarheid en toegankelijkheid  van winkelcentra.

-            Winkels zullen moeten inhaken op de behoefte aan nieuwe producten, meer service en persoonlijke aandacht.

Op de kantorenmarkt zullen de gevolgen wat minder direct merkbaar zijn. De dalende beroepsbevolking remt de behoefte aan kantoorruimte, maar toch wordt nog een lichte groei verwacht van de kantoorwerkgelegenheid en daarmee ook een lichte groei van kantoormeters. De schaarste aan werknemers leidt tot een stijging van de lonen en tot meer concurrentie tussen werkgevers. De locatie en de aantrekkelijkheid van kantoren op potentiële werknemers wordt daarmee belangrijker.

Het onderzoek werd verricht door de Stec Groep en is mede gebaseerd op een aantal workshops die er met leden van IVBN zijn gehouden. De Stec Groep is een creatief en vernieuwend economisch advies – en onderzoeksbureau met expertise op de marktkant van wonen, commercieel vastgoed, bedrijfsterreinen en economische ontwikkeling.



Noot voor de redactie: Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met: drs. F.J.W. van Blokland, directeur IVBN tel. 070-3000371 (werk); 06 54 25 24 15 (mobiel) of drs. D. Bodewes, directeur Stec Groep; tel. 024-3521616 (werk); 06 525 679 70 (mobiel) Er komt vanaf 20.00 uur ’s avonds een digitale foto beschikbaar van het overhandigen van het eerste exemplaar aan minister Dekker. Deze wordt uitsluitend op verzoek toegezonden. De Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed, Nederland (IVBN) behartigt de gezamenlijke belangen van grote pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen, vermogensbeheerders en (al dan niet beursgenoteerde) vastgoedfondsen. De 33 leden hebben voor circa 45 miljard euro aan Nederlands onroerend goed in bezit en dat is circa 95% van het Nederlands institutionele vastgoedvermogen. De bij de IVBN aangesloten vastgoedorganisaties beleggen in woningen, kantoren, winkels, bedrijfsruimten en parkeergarages. Zij verhuren circa 150.000 woningen en zijn daarmee de derde aanbiedende partij op de woningmarkt. Het commercieel vastgoed is opgebouwd uit kantoren (circa 6 miljoen m2), winkels (circa 4,5 miljoen m2) , bedrijfsruimten en parkeergarages. IVBN is in 1995 opgericht om de gemeenschappelijke belangen van haar leden te behartigen en de bedrijfstak verder te professionaliseren.


Terug