Voorburg, 19 oktober 2015

IVBN-advies: doe in beginsel géén zaken (meer) met partijen met wie een schikking is getroffen

“Doe in beginsel géén zaken (meer) met partijen met wie een schikking is getroffen”. Dat adviseert het bestuur van IVBN aan haar leden. Het bestuur van IVBN heeft een hernieuwd advies van de IVBN Commissie van Toelating en Integriteit overgenomen om “uiterst terughoudend te zijn om (weer) over te gaan tot reguliere vastgoedtransacties met partijen met wie het Openbaar Ministerie eerder een met vastgoed gerelateerde schikking heeft getroffen.” In het advies wordt benadrukt dat het Openbaar Ministerie alleen schikt als er een bewijsbare zaak is, die in een rechtszaak tot een veroordeling kan leiden. 

Het advies van de CvTI is verschenen naar aanleiding van een vraag vanuit de ledenkring over het al dan niet ‘normaliseren’ van de (zakelijke) betrekkingen met een partij met wie eerder is ‘geschikt’. In het advies (dat zoals gebruikelijk op de website van IVBN is gepubliceerd) toont de CvTI er wel begrip voor als er op basis van een individuele afweging door één van de leden van IVBN toch besloten wordt om (een incidentele of reguliere) vastgoedtransactie(s) te doen met rechtspersonen en/of personen waarmee eerder een schikking is getroffen.

CvTI adviseert om bij die afweging:

  • uitermate kritisch kennis te nemen van het beeld dat de desbetreffende partij schetst over de totstandkoming van de schikking; 
  • in ieder geval bij de desbetreffende partij op te vragen het ‘schikkingsvoorstel’, op basis waarvan het OM en de desbetreffende partij tot de schikking zijn gekomen en zich daar zelf een zo goed mogelijk beeld over te vormen;
  • zich ook een beeld te vormen over wat de desbetreffende partij, na de schikking heeft gedaan in de eigen organisatie, waarbij met name van belang is wat er is gebeurd met de mensen die verantwoordelijk waren voor de verdenkingen, die het OM had.

Mocht uiteindelijk -na een individuele afweging- toch besloten worden om (weer) een (incidentele of reguliere) vastgoedtransactie(s) te doen, dan wil CvTI daarover geïnformeerd worden. Voorts moeten de overwegingen bij die transactie worden opgenomen in het (bedrijfsinterne) transactieregister.

Volgens Van Blokland, directeur van IVBN, schept het advies meer duidelijkheid aan de leden. Natuurlijk gaat de voorkeur van de vastgoedsector ernaar uit om niet te schikken en het tot een rechtszaak te laten komen. Hij vindt het erg belangrijk dat het Openbaar Ministerie bij een eventuele schikking zoveel mogelijk achtergrondinformatie naar buiten brengt. Volgens Van Blokland dienen de leden van IVBN uiterst terughoudend te zijn om weer reguliere vastgoedtransacties te doen met dergelijke partijen. Van Blokland doet overigens geen mededeling over welke partij of partijen het hier gaat en ook niet welk lid van IVBN om het advies had gevraagd.


Noot voor de redactie: Contactpersoon drs. F.J.W. van Blokland MRICS, directeur IVBN 070-3000371 of  06 54 25 24 15  
Doel van IVBN is het bevorderen van een evenwichtig investeringsklimaat voor vastgoed en een goede marktwerking, zowel lokaal, regionaal als (inter-)nationaal. IVBN behartigt de gemeenschappelijke belangen van de leden en biedt een platform aan institutionele vastgoedbeleggers.
Leden van IVBN zijn vastgoedondernemingen in de vorm van (al of niet beursgenoteerde) vastgoedfondsen en vastgoedvermogensbeheerders. De leden exploiteren omvangrijke portefeuilles vastgoed, overwegend in opdracht van institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen en/of banken. De 30 leden exploiteren voor circa 45 miljard euro aan Nederlands onroerend goed en nog eens zo’n 50 miljard aan vastgoed in het buitenland. Zij beleggen in woningen (50%), winkels (30%), kantoren (15%), bedrijfsruimten, parkeergarages en overig vastgoed.


Advies 09 CvTI inzake ‘schikkingen’ (3e advies)

A. De CvTI adviseert de lidbedrijven van IVBN om uiterst terughoudend te zijn om weer over te gaan tot reguliere vastgoedtransacties met partijen met wie het Openbaar Ministerie eerder een met vastgoed gerelateerde schikking heeft getroffen. De CvTI blijft bij haar advies uit 2010 om met personen (of rechtspersonen) met wie een schikking is getroffen in beginsel geen zaken meer te doen.

B. Aangezien het uiteindelijk een individuele afweging zal blijven om eventueel toch (een incidentele of reguliere) vastgoedtransactie(s) te doen met rechtspersonen en/of personen waarmee een schikking is getroffen; adviseert CvTI in dat geval tevens om:

  • uitermate kritisch kennis te nemen van het beeld dat de desbetreffende partij schetst over de totstandkoming van de schikking. 
  • in ieder geval bij de desbetreffende partij op te vragen het ‘schikkingsvoorstel’, op basis waarvan het OM en de desbetreffende partij tot de schikking zijn gekomen en zich daar zelf een zo goed mogelijk beeld over te vormen.
  • zich een beeld te vormen over wat de desbetreffende partij, na de schikking heeft gedaan in de eigen organisatie, waarbij met name van belang is wat er is gebeurd met de mensen die verantwoordelijk waren voor de verdenkingen, die het OM had.
  • in ieder geval CvTI te informeren; en
  • de overwegingen bij die transactie uiteraard op te nemen in het (bedrijfsinterne) transactieregister.

CvTI, oktober 2015

 





Terug