Den Haag, 8 mei 2018

Huurontwikkeling in de vrije sector lager dan de prijsontwikkeling in de koopmarkt

De gemiddeld 6% huurprijsstijging in de vrije sector waarover Pararius rapporteert, is lager dan de prijsontwikkeling in de koopmarkt, die in 2017 circa 10% bedroeg. Directeur Frank van Blokland van IVBN wijst erop dat de vrije sector huurmarkt, net als de koopmarkt, sterk onder invloed staat van vraag en aanbod.

Er is nu ontzettend veel vraag naar vrije sector huurwoningen en het aanbod van vrijgekomen of nieuwe vrije sector huurwoningen is helaas maar beperkt. De enige remedie om de prijsontwikkeling in zowel de huur- als de koopmarkt af te remmen is het bijbouwen van woningen.

Tevens wijst Van Blokland er opnieuw op dat de cijfers van Pararius voor maar liefst 82% bestaat uit gestoffeerde en gemeubileerde huurwoningen, die (overwegend door kleine particuliere verhuurders) opnieuw werden verhuurd. Dit gaat dus ook alleen maar over wederverhuur van beschikbaar gekomen huurwoningen in dit specifieke deel van de markt. En niet over de huurstijging bij zittende huurders in de vrije sector, die veel lager ligt. De gemiddelde huurprijzen per m2 liggen bij gestoffeerde en gemeubileerde huurwoningen sowieso fors hoger van regulier verhuurde huurwoningen van professionele partijen.

 

Noot voor de redactie: Contactpersoon F.J.W. (Frank) van Blokland, directeur IVBN 070-3000371 of  06 54 25 24 15 

Doel van IVBN is het bevorderen van een evenwichtig investeringsklimaat voor vastgoed en een goede marktwerking. IVBN behartigt de gemeenschappelijke belangen van (al of niet beursgenoteerde) vastgoedfondsen en vastgoed-vermogensbeheerders. De leden exploiteren omvangrijke portefeuilles vastgoed, overwegend in opdracht van institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen en/of banken, zodat deze aan hun maatschappelijke verplichtingen kunnen voldoen richting gepensioneerden. De leden werken dus ‘met andermans geld’ en moeten dat transparant, verantwoord, integer, duurzaam en voor de lange termijn beleggen tegen een zo hoog mogelijk rendement en met weinig risico. De 32 leden exploiteren voor circa 45 miljard euro aan Nederlands onroerend goed en nog eens zo’n 50 miljard aan vastgoed in het buitenland. Zij beleggen in woningen (50%), winkels (30%), kantoren (15%), bedrijfsruimten, parkeergarages en overig vastgoed.

 





Terug