Institutionele woningbeleggers bieden een “Middenhuurakkoord” aan

IVBN heeft aan de landelijke én lokale politiek een “Middenhuurakkoord” aangeboden rond drie centrale thema’s: a) de nieuwbouw van veel meer middenhuur stimuleren; b) te hoge jaarlijkse huurstijgingen in de midden- en vrije sector beperken en c) excessen bestrijden die zich helaas in overspannen markten voordoen.

Er is grote schaarste aan middenhuurwoningen tussen de € 720 en € 950. Dat leidt helaas tot excessen door huisjesmelkers. Die schaarste en die excessen kunnen volgens IVBN alleen worden aangepakt door veel meer nieuwbouw in dit segment. Het gaan reguleren van dit te kleine segment van circa 600.000 huurwoningen, zoals enkele grote gemeenten willen, is géén oplossing en jaagt lange termijn investeerders van deze markt weg. Juist de nieuwbouw van middenhuur moet gestimuleerd worden en dat samen met gemeenten en corporaties.

IVBN heeft het Middenhuurakkoord aangeboden aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en de gemeenten Amsterdam en Utrecht. IVBN wil hiermee een door de markt georganiseerd en veel groter middenhuursegment mogelijk maken. Dit nu veel te kleine segment zit ingeklemd tussen de fiscaal zwaar gesubsidieerde koopwoningenmarkt en de op basis van staatssteun functionerende sociale voorraad huurwoningen. Enkele elementen uit het aan partijen aangeboden akkoord zijn:

  • IVBN-leden verdubbelen in Amsterdam en Utrecht hun nieuwbouw; landelijk verdubbelen zij hun  huidige, nu al hoge jaarlijkse nieuwbouwproductie van 7500 naar 15.000 nieuwe woningen; gemeenten bieden daarvoor passende grondprijzen;
  • IVBN-leden bieden aan de reguliere, jaarlijkse huurstijging in de midden- en vrije sector in de komende vier jaar in Amsterdam en Utrecht te beperken tot inflatie plus maximaal 1% op woningniveau;
  • Voor andere huurwoningen in de midden- en vrije sector elders in Nederland willen IVBN-leden de huurstijging gaan beperken tot inflatie plus maximaal 2,5% op woningniveau (net als bij gereguleerde/sociale woningen het geval is);
  • Aan huurcontracten zonder clausule over de jaarlijkse huurverhoging moet een einde kunnen worden gemaakt door de rechter of  de Huurcommissie;  
  • Huurders moeten voor veel voorkomende geschillen voor advies of bemiddeling naar de Huurcommissie kunnen, met een kostenverdeling van 2/3 verhuurder en 1/3 huurder;
  • IVBN-leden bieden tevens aan minimaal 25% van vrijkomende bestaande huurwoningen met een (nieuwe) aanvangshuur onder de € 950 te verhuren aan mensen met zgn. “sleutelberoepen” en/of doorstromers vanuit de sociale voorraad;
  • Nu nog gereguleerde huurwoningen onder de € 720 die na mutatie kunnen worden geliberaliseerd worden vier jaar lang beperkt in de aanvangshuur, zodat ze in de middenhuur terecht komen;
  • Gereguleerde huurwoningen kunnen minder snel geliberaliseerd worden door de WOZ-factor in het WWS in Amsterdam en Utrecht verantwoord omlaag te brengen;
  • Corporaties in Amsterdam en Utrecht kunnen een grotere rol spelen om meer van hun huidige huur-woningen in de middenhuur beschikbaar te stellen, naast meer nieuwbouw. IVBN stelt tevens voor hogere inkomensgrenzen voor de sociale sector te hanteren in de meest gespannen woningmarkten. 

 


Noot voor de redactie: Contactpersoon F.J.W. (Frank) van Blokland, directeur IVBN 070-3000371 of  06 54 25 24 15 

Doel van IVBN is het bevorderen van een evenwichtig investeringsklimaat voor vastgoed en een goede marktwerking. IVBN behartigt de gemeenschappelijke belangen van (al of niet beursgenoteerde) vastgoedfondsen en vastgoed-vermogensbeheerders. De leden exploiteren omvangrijke portefeuilles vastgoed, overwegend in opdracht van institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen en/of banken, zodat zij aan hun maatschappelijke verplichtingen kunnen voldoen richting gepensioneerden. De leden werken dus ‘met andermans geld’ en moeten dat transparant, verantwoord, integer, duurzaam en voor de lange termijn beleggen tegen een zo hoog mogelijk rendement en met weinig risico. De 28 leden exploiteren voor circa 50 miljard euro aan Nederlands onroerend goed en nog eens zo’n 50 miljard aan vastgoed in het buitenland. Zij beleggen in woningen (50%), winkels (30%), kantoren (15%), bedrijfsruimten, parkeergarages en overig vastgoed.







Terug
3-4-2024
19-3-2024
29-2-2024
7-2-2024
31-1-2024
18-12-2023
29-11-2023
29-11-2023
10-11-2023
31-10-2023
27-10-2023
26-10-2023
5-9-2023
22-8-2023
22-8-2023
17-7-2023
11-7-2023
13-6-2023
18-4-2023
12-4-2023
4-4-2023
4-4-2023
4-4-2023
30-3-2023
28-2-2023
21-2-2023
10-1-2023
9-12-2022
8-12-2022
18-10-2022
4-10-2022
29-9-2022
22-9-2022
22-9-2022
6-9-2022
3-8-2022
31-5-2022
23-5-2022
20-5-2022
10-5-2022
28-4-2022
15-3-2022
15-12-2021
30-11-2021
19-11-2021
21-10-2021
12-10-2021
22-9-2021
21-9-2021
14-9-2021
7-9-2021
1-9-2021
8-7-2021
1-6-2021
25-5-2021
31-3-2021
3-3-2021
19-2-2021
17-2-2021
16-12-2020
15-12-2020
9-11-2020
5-11-2020
22-10-2020
22-10-2020
20-10-2020
13-10-2020
28-9-2020
17-9-2020
16-9-2020
11-9-2020
17-7-2020
16-7-2020
1-7-2020
9-6-2020
4-6-2020
3-6-2020
2-6-2020
15-5-2020
15-4-2020
14-4-2020
26-3-2020
24-3-2020
20-3-2020
3-2-2020