Huurprijsontwikkeling vrije sector volgt inflatie

Het vrije sector huursegment laat over de periode vanaf 2007 een sterk aan de inflatie gekoppelde ontwikkeling van de huurprijzen zien. Het hogere huursegment is volatieler door de tijd en uiteraard liggen de huurprijzen in de meest stedelijke regio’s hoger dan in de rest van Nederland. Dat zijn de belangrijkste conclusies uit een tweede artikel over de door MSCI bijgehouden database vrije sector huur.

De gemiddelde huurprijs van woningen in het middensegment bedraagt in de grote steden  van Nederland circa 90 eurocent per m2 per maand méér dan in het middensegment in de rest van Nederland. In het hogere segment boven de € 1000 bedragen de huren in de vier grotere steden bijna EUR 4,70 per m2 per maand méér en in de overige steden circa EUR 1,80 per m2 per maand méér dan de gemiddelde huurprijs voor het middensegment in overig Nederland. Stedelijke regio’s zijn dus duidelijk in trek bij  huurders. Dit blijkt uit de IPD Transactiemonitor Vrije Sector Huurwoningen waarin de verhuurtransacties zijn opgenomen van de negen grootste woningbeleggers van Nederland.

Naast de regionale prijsverschillen is er ook een analyse gemaakt van de ontwikkeling per huurprijssegment. Meer dan 75% van de woningen in de vrije sector wordt verhuurd onder de EUR 1.000 per maand. In de vier grote steden wordt 75% van de vrije sector huurwoningen verhuurd onder de EUR 1.150 per maand (inclusief parkeren, exclusief servicekosten). In  de overige steden lag dat op iets minder dan EUR 950 per maand. Dit deel van de vrije sector laat over de gemeten periode een sterk aan de inflatie gekoppelde ontwikkeling van de huurprijzen zien. Het overige deel van de verhuringen (dus de 25% boven die grenzen) is volatieler door de tijd.

De huurprijsontwikkeling: vanaf het eerste kwartaal van 2008 tot en met het vierde kwartaal van 2015 is de huurprijs toegenomen met circa 13%. Dit komt neer op een prijsontwikkeling van EUR 7,43 tot EUR 8,49 per m2. Hiermee is de ontwikkeling van de huurprijs nagenoeg gelijk aan de inflatie die in dezelfde periode 12% bedroeg. De gemiddelde prijsontwikkeling vanaf 2008 is hiermee 1,6% op jaarbasis, maar met  name in 2015 trad een versnelde huurprijsontwikkeling op van circa 2,4% op jaarbasis. De inflatie kwam in 2015 beneden de 1% en was daarmee juist lager dan het gemiddelde sinds 2008, en lager dan de huurprijsstijging.

Deze cijfers zijn gebaseerd op de IPD Transactiemonitor Vrije Sector Huurwoningen en onderzoek van Bert Teuben en Herman Gelauff van MSCI. De analyse geeft de resultaten van de verhuurtransacties van woningen in de vrije sector van de deelnemers aan de IPD Transactiemonitor Vrije Sector Huurwoningen. In deze analsye zijn meegenomen de verhuurtransacties van Altera, Amvest, Bouwinvest, CBRE Global Investors, Delta Lloyd, Eigen Haard, MN, Syntrus Achmea Real Estate & Finance en Vesteda. De totale database omvat circa 87.000 waarnemingen. Initiële verhuur, gemeubileerde/gestoffeerde verhuur en shortstay zijn buiten beschouwing gelaten. Met deze cijfers wordt inzicht geboden in de gangbare huurprijsniveaus van vrijesectorhuurwoningen in Nederland. De doelstelling is om ieder half jaar een publicatie over de huurprijsontwikkeling te verzorgen. Hiermee wordt meer transparantie bewerkstelligd vanuit de institutionele vastgoedbeleggingsmarkt. Het volledige artikel is gepubliceerd in PropertyNL van 7 juni 2016, jaargang 16, nummer 5.

Figuur 1. Huurprijsniveau per m2 van verschillende segmenten in Nederland

Figuur 2. Samenstelling verschillende huurprijssegmenten

Figuur 3. Huurontwikkeling volgt inflatie


Noot voor de redactie: Contactpersoon drs. F.J.W. van Blokland MRICS, directeur IVBN 070-3000371 of  06 54 25 24 15 

Doel van IVBN is het bevorderen van een evenwichtig investeringsklimaat voor vastgoed en een goede marktwerking, zowel lokaal, regionaal als (inter-)nationaal. IVBN behartigt de gemeenschappelijke belangen van de leden en biedt een platform aan institutionele vastgoedbeleggers.

Leden van IVBN zijn vastgoedondernemingen in de vorm van (al of niet beursgenoteerde) vastgoedfondsen en vastgoedvermogensbeheerders. De leden exploiteren omvangrijke portefeuilles vastgoed, overwegend in opdracht van institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen en/of banken. De 32 leden exploiteren voor circa 45 miljard euro aan Nederlands onroerend goed en nog eens zo’n 50 miljard aan vastgoed in het buitenland. Zij beleggen in woningen (50%), winkels (30%), kantoren (15%), bedrijfsruimten, parkeergarages en overig vastgoed.







Terug
19-3-2024
29-2-2024
7-2-2024
31-1-2024
18-12-2023
29-11-2023
29-11-2023
10-11-2023
31-10-2023
27-10-2023
26-10-2023
5-9-2023
22-8-2023
22-8-2023
17-7-2023
11-7-2023
13-6-2023
18-4-2023
12-4-2023
4-4-2023
4-4-2023
4-4-2023
30-3-2023
28-2-2023
21-2-2023
10-1-2023
9-12-2022
8-12-2022
18-10-2022
4-10-2022
29-9-2022
22-9-2022
22-9-2022
6-9-2022
3-8-2022
31-5-2022
23-5-2022
20-5-2022
10-5-2022
28-4-2022
15-3-2022
15-12-2021
30-11-2021
19-11-2021
21-10-2021
12-10-2021
22-9-2021
21-9-2021
14-9-2021
7-9-2021
1-9-2021
8-7-2021
1-6-2021
25-5-2021
31-3-2021
3-3-2021
19-2-2021
17-2-2021
16-12-2020
15-12-2020
9-11-2020
5-11-2020
22-10-2020
22-10-2020
20-10-2020
13-10-2020
28-9-2020
17-9-2020
16-9-2020
11-9-2020
17-7-2020
16-7-2020
1-7-2020
9-6-2020
4-6-2020
3-6-2020
2-6-2020
15-5-2020
15-4-2020
14-4-2020
26-3-2020
24-3-2020
20-3-2020
3-2-2020